Ondertoezichtstelling (OTS)
Bij de kinderbeschermingsmaatregelen bestaan er twee soorten ondertoezichtstellingen. De voorlopige ondertoezichtstelling, die ook wel VOTS genoemd wordt, en de doorsnee ondertoezichtstelling, die ook wel OTS genoemd wordt. Beide kinderbeschermingsmaatregelen worden in beginsel op verzoek van de Raad voor de Kinderbescherming door de kinderrechter over uw kind(eren) uitgesproken. U bent verplicht mee te werken aan deze opgelegde jeugdhulpverlening. Tussen een voorlopige ondertoezichtstelling en de ‘gewone’ ondertoezichtstelling zitten een paar verschillen. Deze verschillen zullen wij hieronder kort belichten.
De voorlopige ondertoezichtstelling (VOTS)
Een verzoek tot een voorlopige ondertoezichtstelling wordt in beginsel gedaan door de Raad voor de Kinderbescherming. Bij een verzoek tot voorlopige ondertoezichtstelling (VOTS) door de Raad voor de Kinderbescherming wordt eigenlijk altijd meteen om een (spoed)machtiging tot uithuisplaatsing van uw kind(eren) aan de kinderrechter verzocht. Als de kinderrechter het verzoek van de Raad voor de Kinderbescherming inwilligt (wat bijna altijd gebeurd) bent u verplicht mee te werken aan deze opgelegde jeugdhulpverlening.
De voorlopige ondertoezichtstelling (VOTS) is in het leven geroepen om een kinderen in bescherming te kunnen nemen die accuut gevaar lopen en snel uit huis geplaatst moeten worden. De Raad voor de Kinderbescherming doet het verzoek aan de kinderrechter op basis van informatie die zij ontvangen van bijvoorbeeld de gemeente, de jeugdhulpverlener die vrijwillige jeugdzorg aan uw gezin heeft gegeven of geeft, Veilig Thuis (voorheen Algemeen Meldpunt Kindermishandeling), de schoolarts etc.
Wat gebeurd er nadat uw kind(eren) onder voorlopig toezicht is/zijn gesteld?
Nadat de voorlopige ondertoezichtstelling (VOTS) over uw kind(eren) is uitgesproken wordt een gecertificeerde instelling (GI) belast met het toezicht over uw kind(eren). Uw kind(eren) zullen een gezinsvoogd/gezinsmanager/jeugdbeschermer etc. toegewezen krijgen. Deze gezinsvoogd/gezinsmanager/jeugdbeschermer etc. zal gesprekken met uw kind(eren) en u voeren om de gezinssituatie duidelijk te krijgen. Tevens bekijkt de gezinsvoogd /gezinsmanager/jeugdbeschermer of en welke hulpverlening in aanmerking komt om de situatie voor uw kind(eren) te verbeteren. Ook de Raad voor de Kinderbescherming zal een onderzoek verrichten naar de gezinssituatie van het kind/kinderen en de (on)mogelijkheden van de ouder(s). Naar aanleiding van de bevindingen van het onderzoek door de Raad voor de Kinderbescherming adviseert deze de kinderrechter over de noodzaak om de voorlopige ondertoezichtstelling wel of niet om te zetten in een ‘gewone’ ondertoezichtstelling (OTS).
De doorsnee ondertoezichtstelling (OTS)
De Raad voor de Kinderbescherming stelt op verzoek van de gemeente, de jeugdhulpverlener die vrijwillige jeugdzorg aan uw gezin heeft gegeven of geeft, Veilig Thuis (voorheen Algemeen Meldpunt Kindermishandeling) de schoolarts etc., een onderzoek in naar de situatie van uw kind(eren) en de (on)mogelijkheden van u als ouder(s). In dit onderzoek bekijkt de Raad voor de Kinderbescherming of zij het noodzakelijk vinden dat uw kind(eren) onder toezicht gesteld worden. Indien de Raad voor de Kinderbescherming na het onderzoek van mening is dat een kinderbeschermingsmaatregel voor uw kind(eren) op zijn plaatst is, zal de Raad voor de Kinderbescherming de kinderrechter verzoeken om uw kind(eren) onder OTS te plaatsen van een gecertificeerde instelling (GI). De OTS wordt voor de duur van maximaal één jaar uitgesproken.
Wat gebeurd er nadat uw kind(eren) onder toezicht is/zijn gesteld?
Een gecertificeerde instelling (GI) is door de kinderrechter belast met het toezicht over uw kind(eren). Er wordt een gezinsvoogd/gezinsmanager/jeugdbeschermer etc. aan uw kind(eren) toegewezen en u bent verplicht mee te werken aan deze opgelegde jeugdhulpverlening. De gezinsvoogd/gezinsmanager/jeugdbeschermer dient ervoor zorg te dragen dat uw kind(eren) en u de juiste hulpverlening krijgen. Deze hulpverlening moet er toe bij dragen dat de situatie voor uw kind(eren) verbetert zodat de OTS niet meer nodig is.
De gezinsvoogd/gezinsmanager/jeugdbeschermer etc. is degene die tegen het einde van de door de kinderrechter uitgesproken duur van de OTS, bekijkt of er bij de kinderrechter wel of niet verzocht moet worden om een verlenging van de OTS. Als de OTS te weinig resultaat oplevert kan dit een reden zijn voor de gezinsvoogd/gezinsmanager/jeugdbeschermer etc. om de kinderrechter te verzoeken een machtiging tot uithuisplaatsing (UHP) voor uw kind(eren) te verlenen of de Raad voor de Kinderbescherming te verzoeken onderzoek te verrichten naar de noodzaak van een gezagsbeëindigende maatregel.
Wat te doen wanneer de Raad voor de Kinderbescherming aankondigt een onderzoek te gaan doen?
Wij adviseren u om direct contact met ons op te nemen voor het maken van een afspraak voor een (telefonisch) adviesconsult waarin wij de situatie samen met u bespreken en tevens kunnen bekijken welke stappen er ondernomen kunnen worden. Wij zijn ervaren en deskundig waar het gaat om alles wat te maken heeft met Jeugdzorg en Kinderbeschermingsmaatregelen en ondersteunen regelmatig ouder(s) bij de gesprekken met de Raad voor de Kinderbescherming en/of gezinsvoogd/gezinsmanager/jeugdbeschermer
Ondertussen is het natuurlijk wel van belang dat u altijd netjes en beleeft blijft tegen de jeugdhulpverleners/jeugdbeschermers waar u mee te maken krijgt!